Alzheimer Nederland
Ga direct naar de contentGa direct naar de footer

“Je bouwt een band op”

“Ik heb twaalf jaar gezorgd voor een dame met dementie”, vertelt Ans. “Zij is helaas drie maanden geleden overleden. In zo’n lange tijd bouw je natuurlijk een band op. Ik maakte haar hele ziekteproces mee. Er was gelukkig goed contact en een kort lijntje met de familie. Want als ze bijvoorbeeld gevallen was, vertelde ze dat wel aan mij, maar niet aan haar dochter! Ze wilde bijvoorbeeld ook niet met haar dochter mee naar buiten, dat vond ze voor haar te belastend. Maar met mij ging ze - buiten mijn werktijd - mee naar de markt.”

 

Meegaan in de beleving

“Als ik binnen kwam lichtte haar gezicht op”, herinnert Ans zich. “Dan zei ze: ‘Ha, daar is Edna weer!’. Edna was haar hulp op Curaçao. En vervolgens zei ze dan dat ze best wist dat ik Edna niet was, maar haar nicht! Toen de dementie erger werd, werd het steeds lastiger om haar terug te brengen in de werkelijkheid. Zo was ze er steeds heilig van overtuigd dat ze naar haar ouders toe moest. In het begin vroeg ik dan: ‘leven uw ouders nog?’ Maar later ging ik gewoon mee in haar beleving.”

Online training ’In de thuiszorg’

Samen dementievriendelijk ontwikkelde samen met Tzorg de gratis online training ‘In de thuiszorg’. Natuurlijk heeft Ans deze training gevolgd. “Daar kwam ik zeker herkenbare situaties tegen”, meldt ze. “Zoals dingen op een andere plek opbergen. Dan vond ik bijvoorbeeld de was terug in een andere kast dan waar deze hoorde en dan vroeg ik haar: ‘heeft iemand anders de was opgeruimd?’ Of de keer dat ik een bakje macaroni terugvond in de magnetron, dat daar al een paar dagen stond. Was ze helemaal vergeten!”

Cappuccino

“We hadden een vaste routine”, vertelt Ans. “Als ik binnenkwam om 10.00u kreeg ik oploskoffie. Maar later op de ochtend, tijdens de tweede ‘ronde’, maakte mevrouw altijd zelf cappuccino met slagroom en cacao. Tot ze op een keer vergat dat ik nog maar net binnen was en meteen met cappuccino kwam. ‘Zozo, waar heb dat aan verdiend, dat ik zo vroeg al cappuccino krijg?’, vroeg ik in het begin dan nog. Maar later liet ik het zo. Nog later vergat ze de slagroom of de cacao. Totdat ze niet meer wist hoe ze cappuccino moest maken…”

Als ze even afgeleid was, legde ik de brief op een veilige plek en belde haar dochter om te vertellen waar hij lag.

Engelengeduld

“Je hebt soms engelengeduld nodig in de omgang met iemand met dementie”, glimlacht Ans. “Zo kreeg ik als ik binnenkwam soms wel tien keer een brief onder mijn neus met de vraag: ‘wat is dit en waar gaat dit over?’
Ik vertelde dan steeds opnieuw wat er in de brief stond en dat ze zich daar niet bezorgd over hoefde te maken. Als ze later even afgeleid was, legde ik de brief op een veilige plek en belde haar dochter om te vertellen waar hij lag.”

Signalen van dementie

“Inmiddels heb ik een nieuwe client”, vertelt Ans. “Er werd over hem gezegd dat hij vergeetachtig was, maar dat er geen sprake was van dementie. Maar nu ik een poosje voor hem zorg, herken ik wel degelijk de signalen van dementie. Het lastige is dat meneer het zelf nog ontkent. Ondertussen leeft hij bijna uitsluitend op soep en frikadellen en draagt de onderbroeken van zijn overleden vrouw. Het contact met de kinderen is slecht. Hij heeft eigenlijk alleen goed contact met zijn oudere zus.”

Problemen met dagelijks handelingen

Ans klinkt bezorgd: “Ik kom 1x in de twee weken bij hem, maar heb nu een gesprek met de casemanager aangevraagd om te zien of dat elke week kan worden. Er werd gezegd dat hij nog veel zelf kan en doet, maar dat wordt steeds minder. In het begin was hij altijd bezig met plantjes en stekjes, want hij werkte vroeger bij een bedrijf in bamboeplanten. Nu zit hij stil op zijn stoel in de keuken als ik binnen kom.”

“Ik herken de signalen van dementie vanuit mijn ervaring met mensen met dementie in mijn werk”, stelt Ans. “Zoals de verwarde uitdrukking op het gezicht of het vaag om zich heen kijken. In de training kwam ik bijvoorbeeld ook tegen hoe mensen met dementie problemen krijgen met dagelijkse handelingen. Dat is bij ‘mijn meneer’ nu dus duidelijk aan de orde!”